In de gemeente West Betuwe is het volgens de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) niet toegestaan om zonder vergunning een inrit te maken of te veranderen. Hiervoor moet u een omgevingsvergunning aanvragen. De gemeente heeft beleidsregels opgesteld bij het aanvragen van zo'n vergunning. Deze zijn een aanvulling op de APV.
Inrittenbeleid
De regels voor wat betreft de inritten zijn vastgelegd in het zogenaamde inrittenbeleid. Hierin staan de regels voor de inrichting van inritten, de definities, de te doorlopen procedure en de toetsingscriteria. Door het beleid gelden voor heel de gemeente West Betuwe dezelfde regels. Wilt u het beleid lezen? Dat kunt u hier doen.
Omgevingsvergunning
Voor het veranderen van een in- of uitrit is in veel gevallen een omgevingsvergunning nodig. Dit kunt u controleren door de vergunningscheck te doen. De Omgevingsdienstrivierenland (ODR) neemt de vergunning behandeling. De ODR voert deze taken voor de gemeente uit. Op de website van de ODR staan de contactgegevens.
Vergunningscheck en aanvragen
Wie legt het aan?
Nadat de ODR de vergunning afgeeft, neemt de gemeente contact met u op. De aanleg of aanpassing van de inrit wordt namelijk door de gemeente verzorgd. Zo zorgen we ervoor dat het in heel de gemeente de aanpak hetzelfde is. We gebruiken uitsluitend materialen met KOMO-keur. Zo past het bij de uitstraling van de straat en/of wijk. Het is niet toegestaan dat u zelf aan de slag gaat. Een gecertificeerd bedrijf voert het werk voor de gemeente uit.
Wat kost het?
De kosten zijn voor rekening van de aanvrager. De hoogte hangt af van de klus. De gemeente vraagt een offerte aan bij een aannemer. Daarin nemen we de kosten van verkeersmaatregelen, verplaatsen van straatmeubilair en eventuele lichtmasten mee. Deze offerte ontvangt u van de gemeente. Zodra u de factuur betaald heeft geeft de gemeente de aannemer de opdracht om aan de slag te gaan. De aannemer gaat de werkzaamheden plannen en uitvoeren.